Puber

Leeftijd: 12 tot 16 jaar

Sociaal en persoonlijkheidsontwikkeling:
Een schoolkind gaat nu naar brugklas, hij wordt een puber. Een puber wil zelfstandig zijn, eigen beslissingen maken en verantwoordelijkheid dragen. Vaak ontstaan er thuis grote conflicten omdat de puber meer verantwoordelijkheid wil en meer wil worden vrijgelaten. Als ouder vind je dit moeilijk en wil je je kind beschermen. In de puberteit nemen ze vaak een voorbeeld aan andere van hoe ze willen worden, ze experimenteren met hun uiterlijk en gedrag. Vaak zijn ze erg onzeker over hun uiterlijk.

Lichamelijke en seksuele ontwikkeling:
Pubers hebben een groeispurt, soms groeien ze tot 10 centimeter in een jaar. Wanneer pubers in de groeispurt zitten, worden ze vaak onhandig omdat ze zo snel groeien.
Jongens: krijgen groei van de penis en schaamhaar.
Meisjes: krijgen borsten, beginnen de eierstokken op gang te komen en de menstruatie                      begint

Verstandelijke ontwikkeling:
De hersenen groeien door totdat je kind 23 jaar is of nog ouder. Hersenen bestaan uit zenuwcellen en verbindingen. In de puberteit zijn de hersenen sterk aan het veranderen. Pubers krijgen geleidelijk aan minder verbindingen tussen de zenuwcellen, maar deze worden wel dikker. Deze verbindingen worden geleidelijk beter ingesteld op een zelfstandig leven.

Tijdens het veranderingsproces is het erg onrustig en soms zelfs chaotisch in het puberhoofd. Dat verklaart veel van de wisselvalligheid in het gedrag van pubers. De ene keer kun je verstandig met pubers praten, kunnen ze hun emoties beheersen en hebben ze een evenwichtig oordeel. Het andere moment willen ze naar geen redelijk argument luisteren. Ze denken heel zwart-wit of hebben onbegrijpelijke uitbarstingen van emoties.

De wisselvalligheid van pubers heeft niet alleen met de hersenen, maar ook met hormonen te maken. Vooral het hormoon testosteron wordt actief in het deel van de hersenen dat betrokken is bij spanning en emoties. Gevoelens kunnen daardoor snel en hoog oplopen.

Daarbij zoeken pubers ook vaak naar intense ervaringen, terwijl het deel van de hersenen dat betrokken is bij het beheersen van impulsen en afwegen van risico’s pas rond het twintigste jaar klaar is. Er is dus een periode dat ze nog niet verstandig nadenken voordat ze iets doen maar wel op zoek gaan naar risico.

Pubers zijn ook steeds op zoek naar grenzen. Ze willen ontdekken of ze over die grenzen heen kunnen gaan of ze kunnen verleggen

Emotionele ontwikkeling:
Bij hun verdere emotionele ontwikkeling leren pubers:

  • zichzelf steeds beter kennen;
  • zich steeds beter inleven in anderen;
  • steeds beter samenwerken.

Dit wordt ook wel emotionele of sociale intelligentie genoemd. Andere kenmerken van een goede emotionele ontwikkeling zijn zelfbeheersing, goed kunnen luisteren, doorzettingsvermogen en het kunnen oppikken van ongeschreven regels.

Als ouder kun je je puber helpen zich emotioneel goed te ontwikkelen.

  • Laat zien dat je betrokken bent bij je kind en dat je er voor hem of haar bent. Laat ook zien dat je trots bent op hoe goed kinderen hun best doen.
  • Daarnaast kun je pubers helpen naar zichzelf te kijken door hen te confronteren met hun gedrag en gevoelens en te vragen waarom ze iets doen.
  • Kijk ook goed naar wat je kind drijft. Zelf ben je vaak vooral gespitst op schoolprestaties en rapportcijfers, maar je kind is waarschijnlijk veel meer bezig met de eigen leefwereld. Het is prettig voor pubers als je daar begrip en belangstelling voor hebt.

    puper

Plaats een reactie